Jan Wittenberg is een vertegenwoordiger van de nieuwe zakelijkheid / het nieuwe realisme, dat tot grote bloei kwam in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw. Als schilder en graficus legde Jan Wittenberg zich toe op stillevens en portretten, vooral van kinderen en dieren. Behalve voor de traditionele bloemen zoals deze appelbloesem, koos hij ook modernere onderwerpen voor zijn stillevens zoals tomaten en cactussen. Zijn eerste lessen kreeg Jan Wittenberg van Floris Arntzenius, maar de stijl van Jan Wittenberg is totaal anders.
Jan Wittenberg schilderde niet met losse toetsen of vegen, maar is een fijnschilder die zich concentreert op een simpel onderwerp met een eenvoudige naar het symmetrische neigende compositie met harmonische kleurcontrasten. Zijn stillevens zijn in meerdere of mindere mate van bovenaf gezien en bevatten een minimum aan voorwerpen. Deze haast ‘Japanse’ eenvoud en harmonie werkt een meditatieve sfeer in de hand. Volgens tijdgenoot en criticus Cornelis Veth (1880-1962) verbond Wittenberg natuurgetrouwheid met een grote innerlijkheid.