Duitsland zoals het ooit was. Zo schilderde de voor de Nazi's gevluchte kunstenaar Karl-Georg Hemmerich dit tafereel. Het idyllisch ogend kunstwerk toont de Marktstrasse in het feeërieke Beierse plaatsje Mittenwald, waar zojuist de postkoets halt houdt voor Hotel zur Post. De wanden van de huizen zijn niet alleen vrolijk gekleurd, maar ook nog eens van prachtige schilderingen voorzien. Achter een kerk, op het eind van de straat, torent het bergmassief van de Karwendel uit.
In 1928 verliet een weemoedige Karl-Georg Hemmerich (1892-1979) Duitsland en emigreerde hij naar Zwitserland. In München, de broedplaats van de Nazi's, werd hem de grond te heet onder de voeten. Getrouwd met een half-Joodse vrouw, kon hij het niet langer aanzien hoe het antisemitisme steeds meer terrein won in zijn vaderland. Hij voorzag het ergste.
Duitsland verloor een van zijn mooiste zonen. Want Hemmerich was niet alleen een rechtschapen, maar vooral ook een begenadigde geest: een talenwonder, encyclopedist, schrijver, filosoof, dichter, componist, illustrator en vooral ook schilder. Een regelrechte 'homo universalis'.
In Zwitserland vertaalde hij kunstboeken uit heel Europa en schreef anti-nazistische verhandelingen en pamfletten. Maar vooral ook het indrukwekkende boek ‘Das ist der Mensch’. Op last van de Gestapo werd de totale oplage van dit boek in 1935 in Duitsland verbrand. Niet meer dan één exemplaar bleef destijds bewaard, het boek dat hij van de uitgever cadeau had gekregen. Uit angst dat Hitlers troepen Zwitserland zouden binnenvallen, begroef Hemmerich het in de grond.
Zwitserland bleef neutraal en het Duizendjarige Rijk van Hitler stortte al na 12 jaar weer in. Na de oorlog raakte Karl-Georg Hemmerich enigszins in vergetelheid. Zijn schilderijen werden ‘niet van deze tijd’ gevonden. Ze waren te positief, te idyllisch en lieten te weinig van de ruwheid van het bestaan zien, vond men. Abstractie en kubisme waren in de mode.
Hemmerich was afkerig van deze stromingen, omdat hij de vormentaal van deze kunst hoekig, schreeuwerig en onmenselijk vond. Met dit ‘vriendelijke’ schilderij wilde hij juist de positieve kant van het leven en vooral ook van de Duitsers benadrukken. Pas 27 jaar na zijn dood, was sprake van eerherstel. Toen verscheen zijn biografie onder de verrassend goed gekozen titel: ‘Een leven tegen de tijdgeest’.