Marinus Boezem (1934, Nederland) behoort, samen met Jan Dibbets en Ger van Elk, tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de conceptuele kunst en Arte Povera in Nederland. In de jaren zestig ontdekte Boezem dat hij ongrijpbare elementen zoals lucht, weer, wind en licht als beeldmateriaal kon gebruiken en maakte naam met radicale, immateriële werken die hun tijd ver vooruit waren. Boezem was een van de initiatiefnemers van de baanbrekende tentoonstelling 'Op Losse Schroeven: Situaties en Cryptostructuren' (1969) in het Stedelijk Museum Amsterdam en nam deel aan de even invloedrijke tentoonstelling 'When Attitudes Become Form' in de Kunsthalle Bern in dezelfde jaar.
In een tijdspanne van meer dan zestig jaar heeft Marinus Boezem een oeuvre gecreëerd dat vrij onafhankelijk staat in de hedendaagse kunst. Zijn werken maken deel uit van vele belangrijke museumcollecties, waaronder het Museum of Modern Art, New York; Stedelijk Museum Amsterdam; Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam; Gemeentemuseum Den Haag; Museum Kröller-Muller, Otterloo; Museum Voorlinden, Wassenaar; en nog veel meer openbare kunstcollecties.