Bauhaus

In 1919 werden de Kunstnijverheidschool en Academie voor Beeldende Kunst in Weimar verenigd door Walter Gropius tot het Bauhaus. Vanuit de Weense Sezession-groep en de Wiener Werkstätte werd hij beïnvloed door de Arts-and-crafts beweging, expressionisme en utopisch gedachtegoed. Later werd Bauhaus beïnvloed door De Stijl, eenvoud en functionalisme. Ontwerpers werkten nauw samen met handelaren en technici. Kunst, architectuur en design moesten een eenheid vormen. De Bauhaus-stijl is eenvoudig en geometrisch. Kunstenaars moesten volgens Gropius gezien worden als ambachtslieden, producten moesten praktisch en betaalbaar zijn. Hij probeerde kunst en technologie te combineren en was van mening dat de machine ingezet kan worden als hulpmiddel van de ambachtsman. Vormgeving en kunst moesten in dienst staan van het dagelijks leven.

Na de Eerste Wereldoorlog geloofde men dat kunstenaars bij konden dragen aan de wederopbouw door het scheppen van een nieuwe visuele omgeving. Een betere woonomgeving zou leiden tot verbetering van de mensheid en dus tot een betere wereld.

In 1933 werd het Bauhaus op last van de Nazi's gesloten worden. Het gedachtegoed leefde voort: kunstacademies pasten hun curricula aan op de filosofie van Bauhaus, de ontwerpers vluchtten uit Duitsland en verspreidden op die manier de ideeën van Bauhaus over de wereld.