Toon Dupuis (1877-1937) was,
ondanks zijn Belgische afkomst en vorming, een Haagse beeldhouwer. Een groot,
verscheiden oeuvre: monumenten, penningen maar vooral portretten. Hij was
hoofddocent aan de Koninklijke Academie in Den Haag. Jeanne Wichers behoorde
tot zijn leerlingen; zij volgde ook lessen bij Termote. Wichers ontwierp,
aldus het jaarverslag, 'een zeer goed gelijkend portret' ter gelegenheid van de
zestigste verjaardag van de beeldhouwer, 18 februari 1937. Hij overleed in
hetzelfde j aar. De beeltenis van Dupuis is het meest ruimtelijke en
naturalistische portret van de Verenigingsuitgaven van vóór de oorlog, een
gezicht met een geconcentreerde expressie. De bril is zodanig weergegeven dat
hij wel aanwezig is maar niet opvalt en hij verdoezelt het oog niet.
Moeilijker is voor te stellen dat het model hier al zestig is. De keerzijde
toont de beeldhouwer - die, als alle beeldhouwers van die generatie en
opleiding vooral modelleur was - aan het hakken. Zijn handen verschijnen als
gezien door een toneelkijker: in de cirkel is nog een deel van de onderarmen
zichtbaar, de linker hand houdt het vuistje (de hamer) vast en de rechter het
boordijzer. Er wordt gehakt in de penningrand. Even lijkt of Dupuis zijn
rechterpink mist maar deze zit onder het boordijzer om met de duim de richting
van het hakken zo goed mogelijk te sturen. Door het blanke fond is alle
aandacht op het werken zelf gericht.
Brons, geslagen