China, beschilderde onderglazuur blauw en witte vaas met deksel, Qing-dynastie, gemerkt in Zhuanshu-schrift, 29 x 19 x 19 cm. Zie foto's.
Afgebeeld in het boek Collecting Oriental Objects op pagina 61, zie laatste foto's.
In perfecte staat! Van een bekende Belgische verzamelaar.
Blauw-wit porselein. De kleur blauw kreeg een speciale betekenis in de geschiedenis van de Chinese keramiek tijdens de Tang-dynastie (618-907). De kenmerkende kleur in blauw geglazuurd aardewerk en porselein is afkomstig van uit Perzië geïmporteerde kobaltertsen, die in die tijd een schaars ingrediënt waren en slechts in beperkte hoeveelheden werden gebruikt.
Vooral in de Yuan-, Ming- en Qing-dynastieën bepaalden verschillende soorten kobalterts en toepassingsmethodes het onderscheidende kenmerk van de blauwtinten die op blauw-wit porselein verschenen. Er wordt aangenomen dat kobaltertsen al sinds 2000 v. Chr. op grote schaal werden geëxploiteerd in West-Azië voor gebruik als pigment. Met de bloei van de handelsroute via de zijderoute werd geïmporteerd kobalt geïntroduceerd in China en werd het samen met andere loodhoudende glazuren toegepast op laaggebakken aardewerk, wat leidde tot de snelle ontwikkeling van driekleurig sancai aardewerk.
Geïmporteerd kobalt. De Song dynastie markeerde een hoogtepunt in de productie van monochroom aardewerk, maar ambachtslieden uit deze periode beschouwden het gebruik van kobaltblauw als een onmogelijkheid. Pas tijdens de Mongoolse Yuan dynastie kwam de productie van blauw-wit porselein tot volle wasdom, wat resulteerde in rijkere en complexere onderwerpen. Deels had deze ontwikkeling een religieuze component: de Mongolen rekenden de 'wazig blauwe' wolf en de 'witte' damhert tot hun mythische voorouders. Het kobalt Samarra Blauw (sumali qing) of Sumatra Blauw (suboni qing) dat gebruikt werd voor Yuan aardewerk was rijk aan ijzer, wat een glazuur opleverde met donkerder blauwe vlekken. Dit zogenaamde 'opgestapelde' effect werd veroorzaakt door de ophoping van ijzeroxide in het kobaltpigment op bepaalde delen van het oppervlak. Blauw-wit aardewerk werd gebruikt door lokale notabelen en op grote schaal geëxporteerd. Tijdens de regeerperiodes van Yongle (1403-1425) en Xuande (1426-1435) in de vroege Ming-periode was kobalt, meegenomen door de terugkerende vloten van de zee-expedities van Zheng He, nog steeds de belangrijkste bron voor blauw-wit porselein. Vervolgens resulteerden strengere bakprocessen in subtiele vertoningen van 'hoop en stapel' kenmerken, met verschillende tonen van rijk en briljant kobaltblauw zichtbaar in het geglazuurde oppervlak.
Lokaal kobalt.In de Hongwu-periode (1368-1398) werd de aanvoer van geïmporteerd kobalt korte tijd verstoord door handelsbeperkingen. Lokaal gewonnen kobalt, dat zich onderscheidt door een hoog aandeel mangaan, ging een steeds dominantere rol spelen na de Xuande-periode (1426-1435). Van de Chenghua (1465-1487) tot de Zhengde (1506-1521) periodes leverde het lokale kobalt een zachtere, lichtblauwe kleur op.