Edmond de Maertelaere (Gent 1876 - Gent 1938).
Gemengde techniek, pastel op donker papier.
Links onder gesigneerd.
In passe-partout, in lijst, zonder glas.
Edmond behaalde al op 14-jarige leeftijd een eerste prijs in siertekenen aan de Nijverheidsschool. Nadien ingeschreven aan de "Koninklijke Academie van Teeken-, Beeldhouw- en Bouwkunde der Stad Gent", zoals men toen de Akademie voor Schone Kunsten heette, verliet hij in 1898 als laureaat deze instelling, ontving de gouden medaille en een premie van drieduizend frank. Met dit geld, in die tijd een klein fortuin, ging Edmond De Maertelaere naar Parijs en vervolmaakte zich gedurende twee jaar aan de Académie Julian, onder leiding van Jean-Paul Laurens, waar hij trouwens o.m. Paul Gauguin als klasgenoot had. Het stelde hem ook in staat naar Florence, Rome, Wenen en München te reizen, om er het werk van de grote meesters te bestuderen. In het Bretonse Pont-Aven vond hij een ideaal artistiek klimaat.
Na de Parijse periode vestigde Edmond De Maertelaere zich in het St.-Elisabethbegijnhof[1] te Gent en bleef er heel zijn leven wonen in het ruime pand nummer 7 (nu nr 11) van de Sophie Van Akenstraat. Constant Permeke, Frits Van Den Berghe, Domien Ingels, Albert Servaes, Gustave Dierkens en Henri Van Melle woonden of werkten over een lange periode samen in zijn ruim pand