Een vrij groot uit een stuk hout gesneden masker van het Fang volk.
Kenmerkend voor de maskers van de Fang is het witte gezicht.
Deze witte kleur staat voor de symboliek van de doden en de macht van de voorouders.
De Fangs zijn een in West-Afrika verbreide etnische groep, die hoofdzakelijk in Equatoriaal-Guinea (80% van de bevolking), Gabon (11,5% van de bevolking) en – in kleine groepen – in zuidelijk Kameroen (15% van de bevolking) leven. De taal van de bevolkingsgroep is Fang of Pangwe. Deze taal wordt gerekend tot de familie van de Bantoetalen.
Een deel van de oude tradities en het gebruik van bepaalde maskers, zoals het Ngil gezichtsmaker, zijn in het midden van de twintigste eeuw verdwenen.[1] Deze maskers werden door de leden van het Ngil mannen-genootschap gedragen tijdens de initiatie van nieuwe leden en bij de vervolging van misdadigers. De dragers droegen daarbij een kostuum van raffia. Ze verschenen na zonsondergang, als het donker was in het dorp. De lijnen op het hierbij afgebeelde masker zijn representatief voor de stijl van de zuidelijke Fang. Het masker is wit geschilderd, waarschijnlijk met kaolien. Deze witte kleur staat voor de symboliek van de doden en de macht van de voorouders.( Bron Wikipedia )