Een belangrijk thema in het werk van Marcel Pinas is de Surinaamse Marron cultuur waar hij van afstamt. Kibriakulturu of behoedonzecultuur is de drijvende kracht achter zijn werk. Pinas wil dat zijn werk mensen aanzet om de kennis te behouden die nog is overgebleven, om deze vast te leggen met als doel de waardering te bevorderen voor de vaardigheden die ze hebben. Dit is specifiek van toepassing op zijn eigen Surinaamse N’dyukaMarron gemeenschap, ook wel bekend als Aucaners.
Naast zijn karakteristieke gebruik van Afaka symbolen, gebruikt Pinas culturele objecten van de Marron zoals delen van een boomstamkano, stukken van paris peddels, kleine matapis (langgerekte, geweven rotan buisjes die gebruikt worden om repen cassave uit te persen), stukken pangi stof (geruite stof gebruikt voor lenden- en omslagdoeken), papamonis (schelpen die voorheen werden gebruikt als valuta), kokolampen (olielampen) en aluminium lepels. Naast gemengde-techniek schilderstukken op schilderslinnen, produceert Pinas ook grote installaties voor in de openbare ruimte. In 2011 nam hij bijvoorbeeld met zijn installatie KibiWiTotem deel aan ArtZuid in Amsterdam.
Pinas studeerde aan de Nola Hatterman kunstacademie (Suriname) van 1987 tot 1990. Zijn werk als kunstenaar werd bepaald gedurende zijn tijd in Jamaica van 1997 tot 1999 aan de Edna Manley College of Visual and Performing Arts waar hij werd verkozen tot topstudent van de afstudeerklas van 1999. Hoewel de twee jaar (2007-2008) die hij spendeerde op de Rijksacademie in Amsterdam geen verandering in zijn thema’s bracht, voegden ze een nieuwe, meer universele dimensie toe aan zijn werk.