Michaël Winkel
1956-2012
Michaël kreeg de kunsten met de paplepel ingegoten als zoon van de kunstenaars Antoon Winkel en Maria Hendriks, zijn persoonlijkheid was even grillig als zijn werk, soms manisch, soms depressief.
Vroeger zag je hem regelmatig op zijn brommer door de stad rijden, nadat zijn gezondheid verslechterde kwam hij het huis niet meer uit.
In zijn artistieke levensreis bracht Winkel een unieke en fantasierijke wereld tot leven, waarin absurde elementen vermengd zijn met flarden van de realiteit en droombeelden. Zijn werken vertellen vaak complexe verhalen en zijn doorspekt van ‘iconen’ die voort zijn gekomen uit zijn persoonlijke zoektocht naar betekenis en zijn worstelingen met levenservaringen. Moniek Peters, voormalig conservator hedendaagse kunst van het Dordrechts Museum verwoordde het als volgt: 'Met satanisch genoegen zet Michael Winkel zijn monsters neer. Binnen het kader, dat bepaald wordt door het formaat van doek of papier, laat hij ze kronkelen, uitstulpen en verrijzen. Deze bizarre duivels ontstaan uit zijn intuïtie. Kleur is voor Winkel ondergeschikt, het leidt volgens hem af van het geraamte.'