Silvia Willink- Quiel (1944), de vierde echtgenote van de schilder Carel Willink en beheerder van zijn nalatenschap, een gelauwerde beeldhouwster, schilderde naar een voorstudie op papier en geïnspireerd door het symfonische gedicht Danse macabre uit 1875 (Opus 40) van de Franse componist Camille Saint-Saens dit olieverfschilderij. Saint-Saens werd op zijn beurt geïnspireerd door een gedicht van de Franse dichter Henri Cazalis, vandaar de titel symfonisch gedicht. Silvia Quiel sluit met dit werk aan bij het al eeuwen bestaande thema van de dodendans in de beeldende kunst, dat zijn oorsprong vindt in de veertiende eeuw en waarvan de houtsnede van Hans Holbein uit 1525 als een van de bekendste voorbeelden geldt.
Het doek verkeert in uitstekende staat, strak gespannen en fris gevernist. En is gevat in een solide en vooral stilistisch aansluitende lijst.