In 1973 maakte Francesca Woodman een van haar allereerste zelfportretten, zonder gezicht, die van haar buste, waarin ze haar lichaam kon manipuleren door wasknijpers op haar vlees aan te brengen, om zo haar fijne vormvervormingen te bereiken. , de achterkant op een muur buiten, verschoten, gemaakt van planken van hout, durfde zijn intimiteit meer te onthullen dan zijn gezicht.
Ze is als een kameleon, opgeslokt door de elementen, die opgaan in de ruimte, geabsorbeerd tussen schaduw en licht, ze fragmenteert voortdurend haar lichaam, haar ledematen, armen, benen, torso, maakt het handhaven van perfecte uitlijningen mogelijk, waardoor een veelvoud aan driehoeken ontstaat terwijl ze haar vlees omhelst, is Francesca Woodman nog lang niet in rust, haar houdingen zijn kunstmatig, haar gezicht is nog nauwelijks zichtbaar, alleen haar verstijfde lichaam is van zijn vitaliteit verscheurd. Het spel van licht en lijnen, het contrast tussen de vormen en het zwart-wit, vertalen een afwisseling tussen verhulling en accentuering die de toeschouwer uitnodigt dichterbij te komen en aandachtiger, bijna indiscreet te kijken. Ze gebruikt het vierkante formaat, wat haar beelden een intiem karakter geeft.
"Als ik mezelf fotografeer, ben ik altijd binnen handbereik." Francesca Woodman