1988, Joel Meyerowitz reist naar Atlanta, Georgia, hij fotografeert om de hoek van een muur, dunne stroken lucht achterlatend, een die zijn beeld uitsnijdt, de belichaming van het gewone, beeld gemaakt in helder avondlicht, lichte schemering, een stedelijke banaliteit die vormde in die tijd voor veel fotografen een uitdaging.
Hij is verrast door de gebouwen, die voor hem het uitgangspunt zijn om deze foto te maken, een contrapunt tussen de bouwstijlen, alle verschillende gevels, het vangen van al het licht door een soort bewijs vast te stellen, een openbaring dat hij op zoek is naar saaiheid en licht, hoe groter het contrast, hoe opvallender het beeld.
Hij is constant op zoek naar de energie van grote steden, altijd aangetrokken door kleur. In dit beeld is discretie onmogelijk en gaat hij ervan uit dat hij niet langer een incognito fotograaf is, een grote volgeling van "perfecte timing" waar de vorm van een schaduw, het licht het verschil kan maken, zijn fotografie streeft niet naar schoonheid maar eerder naar expressie van een idee, een visie die hem plaatst op het niveau van een kunstenaar en niet van een simpele fotograaf.
“Door zoveel jaren op straat te werken, leerde ik anticiperen op het potentieel dat de collectieve energie van de straat soms uitstraalt. Onder degenen die deze benadering delen, hebben velen begrepen dat er een soort zesde zintuig van het onvoorspelbare komt met het terrein en de praktijk » Joël Meyerowitz