Beckers groeide op in Grobbendonk, maar verhuisde daarna naar Vorselaar.
Reeds van kindsbeen was Beckers graag aan het tekenen, maar na zijn schooltijd koos hij voor het beroep van diamantslijper. De eigenschappen die hiervoor van belang zijn vinden overeenkomsten met de manier waarop zijn schilderijen tot stand komen: een groot gevoel voor precisie, een doorgedreven concentratievermogen en veel geduld.
Beckers volgde in de jaren 80 les aan de kunstacademie van Herentals en maakt deel uit van kunstkring Post-Art uit Poederlee die uitsluitend opgericht werd door en voor oud-leerlingen van deze opleiding.
In zijn werken gebruikt hij steeds olieverf. In de beginperiode bracht hij deze aan op doek, later op paneel. Als artistieke compositie kiest Beckers steeds voor het stilleven, al bestaan er uit zijn vroegere periode ook enkele landschapsschilderijen.
Beckers werk bestaat vooral uit realistische en hyperrealistische stillevens van alledaagse voorwerpen zoals fruit, keukengerei en speelgoed. De composities zijn nauwgezet in detail, met subtiel lichtgebruik en gelaagde texturen die een serene en nostalgische sfeer oproepen. Zijn stijl kenmerkt zich door rustige ritmiek, zachte schaduwen en een ingetogen kleurpalet dat klassiek vakmanschap met visuele rust verbindt