Vertaald met Google Translate. Originele tekst tonen .
De beeldhouwer en schilder is een van de meest bijzondere kunstenaars van zijn generatie. Hij verwierf bekendheid halverwege de jaren zestig met grote tekeningen en later met bizar uitbundige sculpturen. In zijn werk, dat zich beweegt tussen figuratie en abstractie, onderzoekt hij thema's als eros, geweld en de dood, met de nadruk op menselijke en dierlijke motieven (vooral paarden en vogels). Hij vindt inspiratie in mythologie, literatuur en zijn directe omgeving.
Na een opleiding tot houtsnijder studeerde Höckelmann van 1957 tot 1961 aan de Berlijnse kunstacademie onder Karl Hartung.
Tijdens zijn daaropvolgende verblijf in Napels bestudeerde hij maniëristische en barokke beeldhouwkunst. Dit leidde tot de overdreven fysionomie van zijn figuren, die kenmerkend voor hem is, en tot de dynamiek die inherent is aan zijn werk. Hij volgt het principe van organische groei en ontwikkelt zijn sculpturen met behulp van een breed scala aan materialen (zoals hout, gips, piepschuim, aluminiumfolie, brons), die hij meestal in fasen beschildert. Ook voor zijn tekeningen en schilderijen gebruikt hij diverse technieken. Hierbij gebruikt hij lijn om een gespannen compositie te creëren, die hij versterkt met expressieve kleuren. Hoe surrealistisch zijn werken ook mogen lijken, Höckelmann gaat altijd te werk met een weloverwogen en beheerste benadering van hun creatie. Hoewel hij deelnam aan belangrijke tentoonstellingen, zoals de documenta van 1977 en 1982, trok hij zich grotendeels terug uit de kunstwereld en werkte hij vanaf 1970 "in alle rust" in zijn ateliers in Keulen.
Antonius Höckelmann is vertegenwoordigd in de volgende musea en instellingen:
- Lehmbruck Museum, Duisburg
- Gustav Lübcke Museum, Hamm
- Centrum voor Kunst en Mediatechnologie Karlsruhe
- Museum Ludwig, Keulen
- Kunstmuseum van Saint Louis