Toegeschreven aan: Herman Johannes van der Weele (Middelburg, 13 januari 1852 – Den Haag,2 december 1930) was een Nederlands kunstschilder van de tweede generatie van de Haagse School. Hij is de vader van de Nederlandse entomoloog Herman Willem van der Weele (1879-1910).
Van der Weele woonde en werkte aanvankelijk in Middelburg, waar hij speciaal inspecteur was van de zee- en havenwerken in Zeeland. Op zijn 20ste verhuisde hij naar Den Haag en studeerde aan de Kunstacademie in Den Haag. Hij kreeg advies van Anton Mauve en Johannes Bosboom.
Mauve's invloed is terug te vinden in de schilderijen van Van der Weele. Zijn composities hebben dezelfde eenvoud en zijn onderwerpkeuzes lijken erg op die van Mauve. Hij schilderde kuddes schapen, schapenschuren, stalinterieurs, weilanden met koeien, zandverstuivingen, boswachters met paarden, boeren die ploegen met een ossenteam, melkmeisjes die koeien verzorgen, straattaferelen met koetsen en zandgroeven. Van der Weele werkte af en toe in Limburg en Drente, maar bracht zijn zomers meestal door rond Nunspeet op de Veluwe. Van der Weele was goed bevriend met George Hendrik Breitner,die zijn 'Zelfportret Met Lorgnette' opdroeg aan van der Weele.
Dit werk betreft een afbeelding van een zandverstuiving op de Veluwe. Techniek: pastel. Gesigneerd met monogram aan de rechter onderzijde. Afmetingen van het werk: 60 cm x 45 cm. Inclusief de lijst zijn de afmetingen: 66 cm x 50 cm. De lijst heeft wel gebruikssporen.