De beeldhouwer Niel Steenbergen
was een verteller. Hij was door Bronner opgevoed in liefde voor romaanse en
gotische portaalsculptuur en die liefde heeft hij zijn gehele werkzame leven
behouden. Hij ontwikkelde een voorkeur voor kleine, beweeglijke, vaak gekke,
fantasierijke figuurtjes in veelal ingewikkelde composities. Hierin herkent men
de erfenis van zijn bewondering voor de Middeleeuwse beeldhouwkunst.
Steenbergen heeft een groot oeuvre op zijn naam staan; meer dan honderd
penningen, zeer veel kerkelijk werk en vrije beelden. De voorzijde van de
Carnavalspenning draagt het omschrift: 'Cum jejunatis nolite fieri sicut
hypocritae tristes'. Zoiets als: Loop niet rond met een uitgestreken gezicht
als je aan het vasten bent. Carnaval is immers nog een laatste vreugdeuiting
voor de grote vasten begint. In de gedetailleerde voorstelling ziet men een
uitgelaten, bek-kentrekkende groep in een wagentje en een varkentje met een
strik. De strik blijkt uit de letters P en K te bestaan. Een figuurtje in het
midden draagt een vis als aanduiding voor de vastentijd. Op de keerzijde staat
Prins Carnaval, omringd door de drukke en bizarre carnavalsoptocht die aan de
rand van het penningvlak optrekt. De figuratie is uitgesproken gemodelleerd
maar het is een slagpenning: bij zandgieten was deze verfijnde detaillering
niet mogelijk geweest.