Roel Wildeboer, geboren in Meppel, was een van de Meppeler schilders
die tientallen jaren van zijn kunst heeft kunnen leven en met schilderen
zijn brood heeft kunnen verdienen. Zijn ouders vonden dat hij eerst een
vak moest leren; stukadoor, eerst op de Oever in Meppel, later in de
jaren dertig in Hilversum. Omdat een kunstzinnige opleiding er niet in
zat was Wildeboer geheel autodidact. Door kijken, luisteren en doen
begonnen zijn artistieke aspiraties concrete vormen aan te nemen. Als
jongen was hij al meegelopen met Jan Sluiters die aan de kruisstraat te
Meppel in t Heerenlogement logeerde toen hij in de jaren 1915-1916 veel
in Staphorst werkte. Wildeboer droeg dan zijn schilderskist naar
Staphorst. In dezelfde periode kreeg Wildeboer van meester Bos,
kwekeling op de Vledderschool, geld om zelf penselen en een verfdoos te
kopen. De twee Meppeler schilders waarmee Wildeboer het meeste omging
waren Idserda en Keizer. Later zouden Wildeboer en Idserda elkaar in
Hilversum weer tegenkomen.De aanwijzingen van deze beide mannen zijn
Wildeboer zeker tot steun geweest, hoewel zij voor hem geen leermeesters
in de zin van het woord waren, gaf hij wel ruiterlijk toe van Anthony
Keizer veel te hebben opgestoken.In 1932 vestigde Wildeboer zich als
stukadoor in Hilversum. In zijn vrije tijd schilderde hij steeds meer.
In de buurt van het vliegveld richtte hij zijn atelier in, ?de
Wilgenhoek?. Vanaf 1940 was hij kunstschilder van beroep, en wel een die
zijn mogelijkheden kende en zich daar niet buiten waagde. Door de jaren
heen behield hij zijn eigen stijl; realistisch werk in doorgaans warme,
krachtige kleuren en bleef hij bij zijn eigen onderwerpkeuze,
landschappen ? vriendelijke bos- en watergezichten, en stillevens met
bloemen en vruchten.Wildeboer stapte met een goede moed en blij van zin
door het leven. Een optimistische levenshouding die men terugvindt in
zijn werk; kleurige schilderijen met weiden, sloten, bosranden bloemen
en vruchten.Het vroege werk van Wildeboer is donker van toon en meer
doorwerkt. Niet neergezet, maar opgebouwd. Grote fors geschilderde
Drentse landschappen, waar met aandacht naar gekeken kan worden, zonder
in een oogopslag alles te al weten en waarbij men kan wegdromen alleen
al vanwege de sfeer.Naast schilder was hij ook een niet onverdienstelijk
schrijver en dichter, die regelmatig publiceerde in de Gooi en Eembode
en daar ook veel respons op kreeg. Veel van zijn gedichten werden in de
jaren 50 op muziek gezet en gezongen tijdens uitzendingen van de
NCRV-steravonden. Ook verzorgde Wildeboer jarenlang de tekst van de
strip ?Bubbel Big? in de Tempelier, een uitgave van de bond van
Geheelonthouders?., waarvan hij lid was voor hij wijn lekker ging
vinden.Wildeboer had een scherp opmerkingsvermogen en was niet
ongevoelig voor sfeer. Hij was een natuurmens, die jaar op jaar, de
wisseling der seizoenen met ontzag en verwondering gadeslaat en daarbij
ook zelf de plekjes weet te vinden. Maarseveen was een geliefd
schildersplekje van hem. Hier maakte hij veel van zijn
buitenschilderijen, echt impressionistisch werk, dat bij wijze van
spreken, in een paar uur klaar was. Hij wist dit soort landschappen:
plassen, weilanden, bos, vlot en raak te treffen en maakte daarbij veel
gebruik van het palletmes. Thuis, in alle rust, was hij soms weer de
fijnschilder, die ge_nspireerd en geconcentreerd bezig is met het maken
van zijn stillevens geheel in de trant van de 17e eeuw. Alleen al zei
hij, om mij zelf te bewijzen dat ik wat kan. Hij maakte hierbij veel
gebruik van het spel tussen licht en donker, terwijl hij in zijn
stofuitdrukking de realiteit zo dicht mogelijk trachtte te benaderen en
daar ook heel goed in wist te slagen.