Willie Berkers (1950-2020), een autodidact, begon met het kopiëren van romantische schilders als Schelfhout en Koekoek. Later kopieerde hij de Haagse School, onder andere de gebroeders Maris. Vervolgens schilderde hij een tijdlang Van Gogh na.
Hij raakte gaandeweg vertrouwd met mengen, kleuren, ezel, palet en penseel en begon een eigen stijl te ontwikkelen. Vervolgens ging hij zich richten op landschappen en stillevens en ontwikkelde hij zich tot een bijzondere en gewaardeerde exponent van het Nederlands neorealisme van na 1950.
Berkers componeert stillevens waarbij voorwerpen uit de directe leefomgeving achter elkaar worden geplaatst en vanuit één lichtbron beschenen. Het zo bereikte spel van licht en schaduw wordt door hem minutieus helder en realistisch weergegeven zodat een ingetogen compositie ontstaat. In zijn werk als landschapsschilder wordt dezelfde materiaalbeheersing gevonden. Berkers vindt zijn inspiratie in de landschappen van de Peel in Brabant en laat zich inspireren door schilders als Gerard Dou en Johannes Vermeer.