Toen Antoon Kruijsen, de zoon van de schilder Jan Kruijsen, in 1923 in Parijs arriveerde en daar zijn eerste tentoonstelling had, schreef de criticus André Warnod: ‘Hij werkt enigszins in de trant van de Fauves die wij met name uit de tijd van vóór de (Eerste Wereld)oorlog kennen. Zijn schilderstijl is woest, hevig en flamboyant. Hij zet kleurtoetsen neer, die levendig en zuiver zijn. Na nauwelijks op zijn doek geschetst te hebben, tekent hij met wat verf op een onbevreesde en flinke manier.’
In Parijs ontmoette Kruijsen schilders als Chaim Soutine en Maurice De Vlaminck, die een duidelijk stempel op zijn oeuvre drukten.Hij ontwikkelde een duidelijk schilderkunstig handschrift, met een snelle, expressionistische toets. Kruijsen kreeg in Frankrijk veel erkenning. Niet alleen exposeerde hij in de meest vooraanstaande galeries, ook richtte het Musée des Beaux Arts in Chartres, dat een grote collectie schilderijen van Kruijsen bezit, een zaal voor zijn werk in.
Tentoonstellingen: Chartres, Parijs, Eindhoven
Musea: Chartres, Parijs, Lyon, Grenoble, Reims, Oslo, Eindhoven