Ferenc Gögös (1936-2011), geboren in Boedapest, kwam in 1957 naar Nederland, toen zijn vrijheid in zijn thuisland werd bedreigd. Hij schreef zich in aan de Academie van Beeldende Kunsten in Arnhem om schilderkunst en grafiek te studeren. Zijn werken zijn samengesteld uit tekens, boodschappen die hun betekenis communiceren. Het beeld vervangt de taal. Als men in de werken opduikt, ontdekt men meerdere herkenbare beelden, zoals een man, een vrouw, een hert, een vogel of een boom. Andere tekens hebben alleen zin in combinatie met de omringende afbeeldingen. Darten, zigzaglijnen, randen en rechte lijnen verbinden deze symbolen. Gögös-symbolen hebben betrekking op populaire kunsten of 'primitieve' kunsten, waardoor ze een universeel karakter krijgen. Zijn Hongaarse afkomst is vooral voelbaar in de vroege werken. Tintelende kleurvlakken met monumentale tekens getuigen van een grote gevoeligheid voor materialen en kleuren.
Ferenc Gögös heeft veelvuldig geëxposeerd in zowel binnen- als buitenland, onder meer in Arnhem, Amsterdam, Nijmegen, Gent, Boedapest, Nishinomya en Kyoto (Japan), Zuid-Korea, Californië en Ohio (VS) en op de kunstbeurs in Bazel.
De werken van Gögös zijn opgenomen in tal van kunstcollecties in onder meer Nederland, België, Japan, Duitsland, de VS, Hongarije en Australië.
Werken in musea: o.a. Stedelijk Museum Amsterdam, Gemeente Museum Arnhem, Commanderie St. Jan Nijmegen, Museum voor Schone Kunsten alsmede Nationaal Museum Boedapest.