De werken zijn in de druk gesigneerd,
Abraham was zoon van de Leidse boekhandelaar Pieter Delfos (1699 – 1775) en Francientje le Maire. De twee broers van Abraham, Pieter jr. (1737 – 1816) en Karel (1725 - 1789) werden allebei boekverkopers. Abraham was de artistieke van de drie broers en werd opgeleid door Jan Wandelaar.Vanaf 1761 was hij directeur van de Leidse schilderacademie, en vanaf 1799 was hij voorzitter van het Leidse kunstgenootschap Ars Aemula Naturae.
Opdrachten en kopieën
Abraham vervaardigde grafiek en tekeningen naar oude meesters, en kreeg verschillende opdrachten voor prentwerk en boekillustraties. Een voorbeeld van een prestigieuze opdracht was een reeks van twaalf prenten van de sledevaart van 24 januari 1776. Deze optocht werd georganiseerd door het Leidse genootschap Veniam Pro Laude, ter gelegenheid van het 200-jarig jubileum van het Leids Ontzet.
Delfos kopieerde ook werk van oude meesters. Deze praktijk werd ook beoefend door schilders als Nicolaas Verkolje en Louis de Moni. Delfos maakte zijn kopieën in krijt op papier. Hij kocht uit zijn eigen veiling bijvoorbeeld de Spinster van Caspar Netscher en een Aderlating van Quiringh van Brekelenkam, om deze te verkopen, maar niet na ze eerst gekopieerd te hebben.