De visbanken aan weerszijden van de Gouwe met de straatnamen Hoge - en Lage Gouwe worden Visbank en Korenbeurs genoemd.[1]. De galerij aan de Lage Gouwe de "Visbank" was bestemd voor de Goudse handelaren, de "Korenbeurs" of "Vreemden Vismarkt" aan de Hoge Gouwe, was voor de handelaren van buiten Gouda. Dat blijkt uit een lokale verordening van 1652, waarin werd bepaald dat ‘Alle die vreemde luden die met vis ter marct comen, sullen staen an die ander zide van der Goude’[2] Beide visbanken waren tot ca. 1850 met elkaar verbonden door een houten trappenbrug, de Vis- of Aalbrug. Het commissarishuisje of accijnshuisje was bestemd voor de keurmeesters, ook wel "visvinders" genoemd. Zij keurden de zoet- en zoutwatervis en inden de belasting die over de verkochte vis moest worden betaald. Een stadsomroeper liep door de straten om zo aan te kondigen wanneer er op welk uur 'vis op de afslag' zou zijn. Op handkarren en in ovale platte manden werden de vissen aangevoerd. Dat gebeurde regelmatig op vrijdag want vrijdag was voor de katholieken geen vlees- maar visdag. Tot ongeveer 1850-1879 zijn de Visbanken in gebruik gebleven