Henriette
Boerendans (Delft, 1966)
Henriëtte
Boerendans (Delft, 1966) doorliep van 1983 tot 1989 de Koninklijke
Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag en woont en werkt in
Amsterdam. Aan de Academie begon ze met de richting schilderen maar
stapte al gauw over op grafiek. Ze voegt een tweede dimensie toe aan
haar ogenschijnlijk ongecompliceerde voorstellingen. Dit doet zij
door abstracte vlakken of voorwerpen voor het beeld langs te laten
zweven, of in een apart kader ernaast te plaatsen. Deze toevoegingen,
die vaak in een kleiner of juist grotere schaal weergegeven zijn,
creëren een ander en onrealistisch perspectief. Door die zwevende
voorwerpen verliest de houtsnede zijn ongecompliceerde karakter en
ontstaat er een surrealistische sfeer. Titels bestaan bij Boerendans
niet uit namen of woorden. Ze geeft ieder werk een datum mee: de dag
waarop een houtsnede af is. Dit doet ze, omdat hetgeen ze afbeeldt
soms al jaren geleden door haar gezien is. Het is dan weliswaar op
haar netvlies blijven hangen, maar de specifieke dag waarop ze de
prent maakt, is bepalend voor de stemming en de kleur die het werk
uiteindelijk krijgt. Haar werken zijn vaak geïnspireerd door de
reizen die ze heeft gemaakt, indrukken die ze heeft opgedaan of
concrete dingen die ze gezien heeft. Zo zijn haar houten huizen terug
te voeren op een reis naar Canada in september 1997. Eerder maakte
ze, na een reis door Afrika, een serie werken waarin boten en water
een belangrijke rol spelen. Na een reis volgt een periode van zeer
intensief werken die uiteindelijk resulteert in nieuwe prenten die
onderling een samenhang vertonen. Ze maakt eerst alleen de
proefdrukken, totdat ze een serie werk heeft waar ze tevreden over
is. Pas dan gaat ze de oplage drukken. Sinds haar moederschap richt
zij zich vooral op Noord-Holland. “Want daar kan ik tenminste
komen. Ik neem mijn kind mee in een draagdoek en loop en kijk en maak
foto’s van wat ik mooi vind. Gebouwen in het landschap, huizen in
dorpjes. Een rare boom, een onheilspellende lichtval. Ook eigen
dingen zoals jurkjes en speelgoed van mijn dochter spelen vaak een
rol. Mensen niet. Bij mij staan er zelden mensen op”.