Bijzondere in 1964 gemakte houtskool-tekening (wout Maters was voornamelijk beeldhouwer). Groot formaat tekening met voorstelling van een staand vrouwelijk naakt in 2 verschillende poses. Linksonder gesigneerd en gedateerd. Tekening verkeert in goede conditie. Vertoont wel wat vlekjes en verdiend een nieuwe passe partout.
- De beeldhouwer Wout Maters kijkt graag naar studiebladen voor biologen waarop vruchten, doorgesneden, met hun pitten en glanzend vruchtvlees te kijk liggen; ze inspireren hem. Inderdaad, zijn werk is sinds 1966 een verbeelding van een organische wereld. Het vertoont een sterke kreatieve ingreep in het beeld dat de natuur ons aanreikt, zó sterk dat het aangeduid zou kunnen worden als abstrakt. Toch blijft een tema - niet een onderwerp - steeds herkenbaar, zoals in de tematische poëzie van Paul van Ostaijen. Dit tema is de verborgen energie die naar buiten uitslaat. Dat tema kan een uitgebalanceerde vorm krijgen of, dynamisch, groeien laten zien als een geweld dat met agressie baan breekt.
Na zijn mulo-opleiding wilde de jonge Wout Maters beeldhouwer worden. Zijn vader, een spoorwegbeambte, die over dat beroep zo zijn skeptische mening had, liet het dilemma beslechten door een psychotechnisch onderzoek. Dit wees het reklamevak of het beroep van meubelmaker als voorkeursmogelijkheden aan. Zo werd Wout Maters leerling-dekorateur bij V. & D. in Hilversum. Tien jaar zou hij op wisselende plaatsen en met sukses als dekorateur werkzaam blijven. Ondertussen leerde hij in Amersfoort de knepen van het beeldhouwersvak bij Maarten Mooy en ging vervolgens vier jaar hospiteren bij de akademie Artibus in Utrecht. Twee jaar nadat hij bij Arti in Utrecht zijn eerste individuele ekspositie had gehad, waagde hij de sprong in het onzekere en gaf in 1958 zijn veilige baan op.
- 1931 Geboren te Velsen (Zuid-Holland).
- 1948 Wordt dekorateur bij Vroom en Dreesmann.
- 1949 Werkt bij een reklameburo in Amersfoort. Blijft tien jaar werkzaam in het reklamevak; klimt op tot chefdekorateur bij Galeries Modernes in Rotterdam.
- 1950-1952 Leert bij beeldhouwer Maarten Mooy in Amersfoort de techniek van het vak.
- 1953-1957 Hospiteert bij de Akademie voor Beeldende Kunsten Artibus voor de vakken modeltekenen en beeldhouwen.
- 1958 Geeft het reklamevak op; vestigt zich als zelfstandig kunstenaar. Tekent, schildert en beeldhouwt.
- 1959 Aangenomen als werkend lid door het eerbiedwaardig Genootschap Kunstliefde te Utrecht (opgericht 1807). Sindsdien neemt hij vrijwel jaarlijks deel aan de door Kunstliefde georganiseerde eksposities.
- 1961 Aanmoedigingsprijs Koninklijke Begeer, Voorschoten (f 1.000). Gaat met het geld naar de Internationale Sommerakademie te Salzburg bij Emilio Greco; dankt voor zijn vorming echter meer aan diens helper, de beeldhouwer Joseph Zensmayer.
- 1962 Derde prijs provinciaal Utrechts Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen voor zijn (abstrakte) plastiek Stadssuggestie, die ontstond in samenwerking met de komponist Ton Bruynèl. Door op een knop te drukken kan men de elektronische muziek in werking stellen, die, mét de vormgeving een protest inhoudt tegen het lawaai van het verkeer en het saneren van oude plekjes.
- 1962-1968 Docent reproduktietekenen aan de School voor grafische vakken, Utrecht.
- 1970 Neemt met drie andere kunstenaars deel aan het plan van Jan Juffermans om mucheapels te maken (much cheaper); zijn ontwerp, uitgevoerd in wit plastic (38×38) kost f 12,50.
- Reisde veel in België, Frankrijk en Spanje, ook in Tsjechoslowakije, Oostenrijk, Duitsland en Engeland; een maal naar de Nederlandse Antillen en Suriname. Gehuwd; een kind.
- Laat al zijn bronzen gieten bij Stijlaart te Rumpt (bij Leerdam, prov. Zuid-Holland).