Achter glas ingelijste litho, rechtsonder in de plaat gesigneerd. Een paar vlekjes op het passe-partout.
Willem Hendrik van den Berg (1886-1970) werd geboren in Den Haag. Hij kwam uit een artistieke familie; zelf noemt hij zich in een interview gekscherend ‘erfelijk belast’. Zijn vader Andries (1852-1944) was een bekend kunstenaar en leraar aan de Haagse Academie. Tijdens zijn opleiding aan de Haagse Academie kreeg hij een koninklijke subsidie voor jonge kunstschilders. Zijn eerste opdracht kreeg hij van koningin-moeder Emma die hem verzocht een portret van Prins Hendrik te maken.
Na zijn studie volgden al snel diverse tentoonstellingen, o.a. samen met zijn vader en zijn kunstvrienden David Bautz en Theo Goedvriend. Hij kreeg lovende kritieken en men prees zijn grote talent. Voor studiereizen bezocht hij België, Engeland, Frankrijk, Italië en Oostenrijk. Onderwerp van zijn tekeningen en schilderijen was vaak het leven van de mensen op het platteland. In 1913 ontmoette hij de kunstschilder Willem van Konijnenburg. Het werk van Konijnenburg maakte grote indruk op hem en inspireerde hem tot een nieuwe manier van schilderen. De lijnen in zijn composities werden strakker en de details nauwkeuriger.
Het werk wordt aangetekend en goed verpakt verstuurd.