Jan Mensinga (Leeuwarden 1924 – 1998 Amsterdam) is een van de belangrijkste en interessantste lithografen, die Nederland in de twintigste eeuw heeft voortgebracht.
Jan Mensinga leerde zichzelf etsen en lithograferen en volgde later opleidingen aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Aan de Rijksacademie was hij een tijd docent grafiek.
Zijn oeuvre is soms te vergelijken met één groot dagboek; het laat zich als zodanig lezen
Hij beheerst de techniek als geen ander en hij lithografeert wat hij meemaakt. Thema’s haalt hij vaak uit zijn naaste omgeving. Wie hij liefheeft, wie hij haat, je vindt het terug in zijn werk.
Hij maakte twee of drie litho’s per dag en liet zelden personen poseren.
Hij nam ze in zich op en tekende hen vervolgens geheel uit zijn hoofd.
De figuren uit zijn prenten zijn vaak tragisch, omgeacht hun rang of stand
Mensinga putte inspiratie uit zijn dagelijks leven, sprookjes, legenden en mythologie.
Ook zijn fascinatie voor en grote kennis van de bijbel en Chassidische literatuur komen steeds terug in de onderwerpen van zijn oeuvre.
Hij drukte nooit grote oplagen en maakte zijn eigen drukinkt, omdat het zwart uit de winkel hem niet zwart genoeg was.
Het werk van Mensinga is opgenomen in collecties als die van de Bibliotheque National te Parijs en de prenten- verzameling van het Rijksmuseum.
Tevens was het te bezichtigen in o.a. het Stedelijk Museum te Amsterdam, het Henriette Polak Museum te Zutphen en in plaatsen als Bratislava (Slowakije) en Lodz (Polen).