Constant - De Stoel II

Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!
Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!Constant - De Stoel II kopen? Bied vanaf 325!
Vergelijkbaar item plaatsen
  • Omschrijving
  • Constant (1920-2005)
Type kunstwerk Grafiek (handgesigneerd)
Jaartal 1971
Techniek Ets
Drager Papier
Stijl Expressionistisch
Onderwerp Architectuur
Ingelijst Ingelijst
Afmetingen 17 x 23 cm (h x b)
Incl. lijst 33 x 39 cm (h x b)
Gesigneerd Handgesigneerd
Oplage 190 / 190
Dit werk is onderdeel van de CoBrA Special special.
Jaar: 1971
Techniek: Ets
Editie: 190/190
Gesigneerd: hand gesigneerd rechtsonder.
Conditie: Heel goed
Afmeting afbeelding: 23 x 17 cm.
Afmetingen lijst: 39 x 33 cm.
Het werk wordt aangeboden in een bijpassende houten lijst met de kleuren beige en zilver. De lijst is 8 cm breed en 3,5 cm hoog.
Prachtig kan zo aan de muur.

Constant Anton Nieuwenhuys (Amsterdam, 21 juli 1920 – Utrecht, 1 augustus 2005), volgens de burgerlijke stand Nieuwenhuijs, was een Nederlands beeldend kunstenaar, auteur, muzikant. Hij was een vooraanstaand lid van de kunstbeweging Cobra en naast kunstschilder ook ontwerper van het visionaire architectuurproject New Babylon. Hij signeerde zijn werk met Constant en werd meestal alleen met deze voornaam aangeduid.

Vroege periode
Constant wordt geboren in Amsterdam op 21 juli 1920 als zoon van Pieter Nieuwenhuijs en Maria Cornelissen. Zijn broer Jan wordt een jaar later geboren. Dat beide zonen beeldend kunstenaar zullen worden ligt niet direct in de vaderlijke lijn der verwachting; Pieter Nieuwenhuijs is werkzaam als bedrijfsleider bij een commercieel bedrijf en heeft geen noemenswaardige interesse in kunst. Van moederszijde echter is er blijkens het Cornelissen familieboek "kunst dat het familie is" dat er aan die kant wel degelijk kunstzinnigheid in het spel is: de Nederlandse acteur Ton Lensink bijvoorbeeld, was een volle neef van Constant en Jan.

Reeds als kind is Constant een bevlogen tekenaar, leest proza en poëzie en leert zijn eerste muziekinstrument bespelen. Tijdens zijn tienerjaren leert hij zingen en noten lezen in het koor van het jezuïetencollege. Later wordt hij vooral geïnspireerd door zigeunermuziek en legt hij zich toe op improvisatie. Hij speelt gitaar en viool en leert op 45-jarige leeftijd cymbaal spelen.

Op 16-jarige leeftijd schildert Constant zijn eerste schilderij, de Emmaüsgangers. Het schilderij verbeeldt Jezus die zich openbaart aan twee van zijn volgelingen in Emmaüs. Bij gebrek aan geld gebruikt hij daar een jutezak voor en pigmenten die hij van een huisschilder koopt. Vanuit zijn rooms-katholieke achtergrond en zijn opleiding aan een jezuïetencollege hebben veel van Constants tekeningen en schilderijen uit zijn vroege periode een religieuze thematiek. Op 20-jarige leeftijd keert hij het geloof de rug toe. Van 1939 tot 1942 volgt hij opleidingen aan de kunstnijverheidsschool en de Rijksakademie in Amsterdam. Vooral in de zogenaamde New Babylon-periode komen de technieken en vaardigheden van de kunstnijverheidsschool hem goed van pas bij het bouwen van constructies, maquettes en modellen.

Tussen 1942 en 1943 werkt en woont hij in Bergen. Daar maakt hij kennis met het werk van en wordt geïnspireerd door Cézanne.

In juli 1942 trouwt hij met Matie van Domselaer, dochter van Jakob van Domselaer. Als Bergen begin 1943 geëvacueerd wordt door de Duitsers voor het bouwen van de Atlantikwall, verhuizen Constant en zijn vrouw terug naar Amsterdam. Ze wonen daar aan het Sarphatipark, door de bezetter tot Bollandpark omgedoopt. Om te ontkomen aan de ‘Arbeitseinsatz’ duikt Constant onder. Omdat hij weigert zich te registreren bij de ‘Kultuurkamer’ mag hij zijn vak niet uitoefenen en is het hem niet toegestaan om materiaal te kopen en te exposeren. Om toch te kunnen schilderen gebruikt hij tafel- en bedlinnen en kookt beschilderde doeken uit om opnieuw te kunnen beginnen.

In 1944 wordt het eerste kind, zoon Victor, geboren. Na de oorlog verhuist Constant met vrouw en kind opnieuw naar Bergen om in 1946 alweer terug te keren naar Amsterdam. Daar betrekt hij een benedenwoning in een straat tegenover Artis. Na een periode van stilstand bevrijdt Constant zichzelf artistiek gezien en experimenteert hij met verscheidene technieken. Hij wordt geïnspireerd door het kubisme, vooral door Georges Braque. In 1946 wordt de eerste dochter Martha geboren, in 1948 gevolgd door een tweede dochter Olga. In 1951 volgt als vierde en laatste kind, Eva Constant, dochter uit zijn huwelijk met Nellie Riemens, de oudste zuster van Henny Riemens fotografe en echtgenote van Corneille.

CoBrA
Op 16 juli 1948 richt Constant samen met Corneille, Karel Appel, Eugène Brands, Theo Wolvecamp, Anton Rooskens en zijn broer Jan Nieuwenhuijs de Experimentele Groep in Holland op naar het voorbeeld van de Deense Experimentele Groep. Appel en Corneille hebben Constant opgezocht, omdat ze in hun werk verwantschap met zijn werk voelen. Later voegen ook de dichters Gerrit Kouwenaar, Jan Elburg en Lucebert zich bij de groep. De Experimentele Groep geeft het tijdschrift, Reflex uit. In de eerste editie wordt het door Constant geschreven Manifest gepubliceerd. Hierin staat ook de bekende zin: "Een schilderij is niet een bouwsel van kleuren en lijnen, maar een dier, een nacht, een schreeuw, een mens, of dat alles tezamen".

Deze zin drukt beeldend uit wat de leden van deze groep met hun kunst nastreven. Constant pleit in zijn artikelen voor een nieuwe maatschappij met moderne kunst. De belevingswereld van kinderen en 'primitieven' ziet Constant als ideaal voor het uiten van gevoelens, zoals blijkt uit het volgende citaat:
"Het kind kent geen andere wet dan zijn spontaan levensgevoel en heeft geen andere behoefte dan dit te uiten. Hetzelfde geldt voor de primitieve culturen, en het is deze eigenschap ook, die deze culturen een zo grote bekoring verleent voor de mens van heden die in een morbide sfeer van onechtheid, leugen en onvruchtbaarheid moet leven."

Constant wordt algemeen beschouwd als de theoreticus van de groep. Hij zal dan ook zijn hele carrière stevige, marxistische maatschappijkritiek blijven vertonen in zijn werk. Constant vindt dat kunst experimenteel moet zijn. Uit de ondervinding (expérience), die in ongebonden vrijheid wordt opgedaan, komt de nieuwe creativiteit voort. Manifest blijkt een van de belangrijkste teksten over kunst in Nederland na de Tweede Wereldoorlog. In Manifest schrijft Constant dat het proces van het creëren belangrijker is voor de experimentele kunstenaar dan het werk zelf. Het is een middel om spirituele en mentale rijkdom te bereiken. Ten tweede is het werk van een experimentele kunstenaar een spiegelbeeld van de veranderingen in de algemene perceptie van schoonheid.

In november 1948 op het terras van café Notre Dame in Parijs komt de Experimentele Groep in Holland samen met Christian Dotremont en Joseph Noiret uit België en Asger Jorn uit Denemarken nadat zij de internationale conferentie van het Centre International de Documentation sur l'Art d'Avant-garde, die van 5 tot 7 november plaats had in Parijs, hadden verlaten vanwege een te grote verbrokkeling bij de Franse vertegenwoordiging van de surréalistes-révolutionnaires. Op 8 november 1948 vindt op dit Parijse caféterras de oprichting van CoBrA plaats. De naam Cobra is bedacht door Dotremont en bestaat uit de eerste letters van de woonplaatsen van de oprichters: Co-penhagen, Br-ussel en A-msterdam. De leden waren tegen esthetiek in de schilderkunst en tegen bourgeoiskunst in het algemeen.

De directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, Willem Sandberg, stimuleert jonge kunstenaars zo veel mogelijk en steunt de Cobra-groep dan ook door hen zeven grote ruimten in het museum ter beschikking te stellen om hun werk te exposeren. De kunstenaars zijn arm en maken door geldgebrek voornamelijk kleinere werken. Om de ruimten alsnog te kunnen vullen, geeft Sandberg hen een voorschot om materiaal te kopen en grotere werken te produceren. De week voor de tentoonstelling maken Constant, Corneille, Appel en Eugène Brands een aantal enorme werken, die later iconisch zouden worden voor Cobra. De architect Aldo van Eyck wordt gevraagd om de tentoonstelling in te richten.

De tentoonstelling is op zijn zachtst gezegd onconventioneel. Het werk, en de manier waarop het is tentoongesteld, geven aanleiding tot kritiek van zowel pers als publiek. Een criticus van Het Vrije Volk schrijft "Geklad, geklets en geklodder in het Stedelijk Museum". Een vaak gehoorde opmerking van het publiek is dat hun kinderen dit ook wel kunnen, maar dan beter. De Cobra-leden worden beschouwd als prutsers en oplichters.

De groep heft zichzelf op tijdens de tentoonstelling van experimentele kunst in het Palais des beaux arts in Luik, die plaats heeft van 6 oktober tot 6 november 1951. Tegelijkertijd komt de tiende editie van het Cobra-bulletin uit. Zoals Christian Dotremont, de secretaris van de groep, het uitdrukt in het Museum Nieuws van 1962, zou de groep liever in schoonheid sterven, "mourir en beauté", dan verworden tot een gewone belangengroep voor kunstenaars. In haar korte bestaan heeft Cobra de naoorlogse kunst voor altijd en onherkenbaar veranderd.

Constant is productief tijdens zijn Cobra-periode. Volgens eigen zeggen heeft hij in deze periode evenveel schilderijen gemaakt, als hij in de jaren nadien aan zijn oeuvre heeft toegevoegd.

Situationistische Internationale en New Babylon
In de zomer van 1956 nodigt Asger Jorn Constant uit om naar Alba in Piëmont te komen voor een congres over Industrie en beeldende kunst, een initiatief van de "Internationale Beweging voor een Imaginistisch Bauhaus" (Mouvement International pour un Bauhaus Imaginiste (MIBI) of International Movement for an Imaginist Bauhaus (IMIB). Hier houdt Constant zijn lezing Demain la poésie logera la vie, waarin hij pleit voor een vrije architectuur die een creatieve levenswijze stimuleert in plaats van deze te verhinderen. Op het congres ontmoet Constant ook de Lettrist, Gil Wolman, die een lezing houdt over Urbanisme Unitair, de synthese van kunst en technologie. Op uitnodiging van Pinot-Gallizio verblijft Constant met zijn gezin enkele maanden in Alba. Tijdens dit verblijf ziet Constant de benarde omstandigheden waaronder de zigeuners in Alba leven. Om hun kampement te verbeteren, ontwerpt Constant zijn eerste New Babylon-maquette Ontwerp voor een zigeunerkamp in Alba, 1956. In december 1956 ontmoet Constant Guy Debord, die een bezoek aan Alba brengt.

Voor beiden blijkt dat een inspirerende ontmoeting. In 1952 had Debord de Internationale Lettristen opgericht; hij is schrijver, filmmaker en activist. Debord wil een radicalere beweging oprichten, die de arena van de beeldende kunst achter zich laat en zich helemaal focust op de psychographie, waar de grenzen tussen kunst en leven volledig verdwijnen. In 1957 brengen Debord en Asger Jorn de "Internationale Beweging voor een Imaginistisch Bauhaus" en de Internationale Lettristen bij elkaar in de beweging Internationale Situationisten. Ze weigeren hun beweging als kunstbeweging te zien.

Constant voegt zich bij de oprichting nog niet bij de Internationale Situationisten (IS). Constant streeft een Synthese der Kunsten na – een samenwerking van schilders, beeldhouwers, architecten en bouwtechnici om de monotonie van de stedenbouw in de jaren vijftig en de politieke machtsstructuur te kunnen doorbreken. In zijn visie werden de steden uit deze periode slechts ingericht om ruimte te maken voor (gemotoriseerd) verkeer, inclusief de benodigde parkeerplaatsen, en saaie complexen met woningen.

De samenwerking die Constant voorziet in de IS is nog niet mogelijk, omdat architecten en technici ontbreken. Maar wanneer de groep zich schaart achter het ‘unitair urbanisme’ zoals hij en Debord dat in 1958 hebben gedefinieerd in Déclaration d'Amsterdam, wordt hij lid. Een intensieve correspondentie tussen hem en Debord volgt. Constant schrijft verscheidene theoretische artikelen voor het Franse IS-tijdschrift.

New Babylon
Na zijn uittreden uit de Internationale Situationiste werkt Constant door aan zijn New Babylon-project. Geïnspireerd door de Homo ludens van Huizinga ontwerpt hij ideeën voor steden waar de spelende en creatieve mens centraal staat, waar de mens bevrijd is van lichamelijke arbeid door de steeds grotere mechanisering. De mens kan zich dan uitsluitend wijden aan het ontwikkelen van creatieve ideeën. Hij legt zich toe op de vraag welke mogelijke toegevoegde waarde kunst kan hebben bij het intensiveren van het dagelijks leven, waarin er ruimte is voor creatieve expressie. Hij houdt op met schilderen om zich volledig op het New Babylon-project te storten. Hij werkt daar van 1956 tot 1974 aan.

Met New Babylon schetst Constant een visie voor een wereldwijde stad van de toekomst, waar land collectief bezit is, arbeid volledig geautomatiseerd en de noodzaak om te werken is vervangen door een nomadische levensstijl van creatief spelen. New Babylon wordt bewoond door de homo ludens, die vrij van arbeid geen kunst hoeft te maken omdat hij creatief is in zijn dagelijks leven.

In Constants eigen bewoording: "New Babylon biedt slechts minimale voorwaarden voor een gedrag dat zo vrij mogelijk moet blijven. Elke beperking met betrekking tot bewegingsvrijheid, elke beperking met betrekking tot het creëren van stemming en atmosfeer moet worden verhinderd. Alles moet mogelijk blijven, alles moet kunnen gebeuren, de omgeving wordt gecreëerd door de activiteiten van het leven en niet andersom.".

In 1974 wordt New Babylon officieel afgesloten met een grote tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag. Omdat Constant geen ruimte heeft om de enorme collectie van maquettes, constructies, landkaarten en collages op te slaan, verkoopt hij ze aan het museum. In 1999 opent Constant's New Babylon: City for Another Life, bij het Drawing Center in New York. Het is zijn eerste solotentoonstelling in de Verenigde Staten. De tentoonstelling wordt samengesteld door Mark Wigley, die Constant in zijn boek Constant's New Babylon. The Hyper-Architecture of Desire (1998) een 'architect' noemt. Als randprogramma is er een symposium.

Volgens de architect Rem Koolhaas heeft New Babylon veel architecten aan het denken gezet: "Hij was een voorbeeld van durf", aldus Koolhaas.

De late periode
Na vijftien jaar werken aan New Babylon keert Constant in 1969 weer terug naar het schilderen, aquarelleren en etsen. Tot 1974 is zijn visionaire New Babylon nog regelmatig aanwezig in zijn werken. Zoals in zijn vroege schilderperiode wordt Constant in zijn werk geïnspireerd door maatschappij-kritische en politieke onderwerpen, zoals onder andere de oorlog in Vietnam, hongersnood in Afrika en de vluchtelingen uit Kosovo, maar geleidelijk aan sluipen ook meer klassieke motieven zijn werk binnen (zoals Orfeus en de Markies de Sade). Rudi Fuchs zegt in zijn voorwoord voor de catalogus van Constants schilderijen in 1995: "Sommige mensen beschouwen Constant’s latere werk als een terugkeer naar traditie. Ik, echter, deel deze mening geenszins. Ik beschouw zijn ontwikkeling vanaf de jaren zeventig als een dieper binnen dringen in de tuin der schilderkunst."

In de traditie van de Venetiaanse Renaissanceschilders, Titiaan en Tintoretto, legt Constant zich toe op de techniek van het colorisme. Bij deze techniek maakt de artiest geen gebruik van houtskool- of potloodschetsen maar brengt de olieverf rechtstreeks met de kwast aan op het doek waarmee hij zachte overgangen creëert in plaats van scherpe contouren. Het belangrijkste kenmerk van deze techniek is de manier waarop licht wordt weergegeven in het schilderij, door het te integreren in de kleur. Het schilderij komt laag voor laag tot leven, soms tot wel tien lagen verf. Constant schildert met olieverf op canvas en elke laag die hij aanbrengt, moet drogen voor hij verder kan werken. Het is een bewerkelijke techniek en in deze periode maakt hij hooguit drie à vier olieverfschilderijen per jaar.

Constant heeft een atelier in een gymzaal van een voormalig schoolgebouw op Wittenburg, de Oostelijke Eilanden in Amsterdam. Voor zijn plezier speelt hij gitaar en cymbaal. In 1991 wordt hij gelauwerd met de Verzetsprijs van de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945. Tijdens de laatste maanden van zijn leven maken Thomas Doebele en Maarten Schmidt een documentaire over hem, Constant, Avant Le Depart, waarin de schilder op bijzondere wijze van nabij in beeld wordt gebracht. Constant overlijdt op 1 augustus 2005 in Utrecht. Hij is op dat moment getrouwd met Trudy van der Horst, zijn vierde echtgenote, en laat een zoon, drie dochters, een stiefdochter, vier kleinkinderen en twee achterkleinkinderen na.
Conditie
ConditieZeer Goed
een klein plekje op de lijst.
Transport
VerzendenPakketpost
PrijsTot 5 kg.
Binnen Nederland € 12,50
Naar België € 20,00
Naar Duitsland € 25,00
Europese Unie € 25,00

Garantie
GarantieBij het plaatsen van het item verklaar ik mij akkoord met de garantievoorwaarden zoals deze gelden op Kunstveiling ten aanzien van een juiste omschrijving van het aangeboden item

De verkoper neemt de volledige verantwoordelijkheid voor dit item. Kunstveiling biedt slechts het platform bij deze transactie, welke direct met de verkoper afgehandeld dient te worden. Meer informatie .