Guillaume Cornelis Beverlo, beter bekend als Corneille (3 juli 1922), werd
geboren in het Belgische Luik, als kind van Nederlandse ouders. Hoewel
grotendeels autodidact, volgde hij toch kunstcursussen aan de Amsterdamse
Academie, tussen 1940 en 1942. In 1946 hield hij in Groningen zijn eerste
expositie.Aanvankelijk sterk beïnvloed door het werk van Picasso, maakt hij
zich in 1948 hiervan los op het moment dat hij toetreedt tot de groep CoBrA; hij
is daarvan medeoprichter samen met Karel Appel en de broers Jan en Constant
Nieuwenhuys. In 1950 verhuist hij van Amsterdam naar Parijs. Daarna reist hij
meermalen naar het buitenland: Noord-Afrika, Sahara, Noord-Amerika, de Antillen
en Zuid-Amerika. Die reizen bepalen in hoge mate de aard van zijn werk. Vanaf
1960 valt hij terug op een nieuwe figuratie, waarbij vogels, bloemen en vaak
personages tot zijn artistieke vocabulaire horen.Corneille is later nog steeds
even werklustig als de Corneille van vroeger. Zelf beweert hij dat schilderen
geen hobby of werk is, maar eerder een roeping. Corneille had zijn atelier in
de Franse hoofdstad Parijs. Bezoekers werden vrijwel niet gedoogd door de
kunstenaar.
Nederlands 
Belgisch